Robin Zalm, muzikant (16-12-1969)
Axel ziet het nog steeds voor zich. De feesten, de braderies, vroeger op het pleintje van de lagere school in de Heerlense wijk Welten. Kinderen met spulletjes te koop, kinderen met huisdieren, kinderen die hun hobby`s uitstalden. En daar kwam Axels klasgenootje Robin aangelopen. Krap anderhalve meter hoog. Met zijn drumstel. Midden op het schoolplein bouwde hij het op. En gaf vervolgens de hele dag drumsolo`s. In zeker opzicht is er sindsdien niet veel veranderd.
Robin Zalm zit in zijn royale woonruimte, een voormalig klaslokaal van een school in Heerlen. Voor tweehonderdvijftig gulden per maand woont hij tussen kunstenaars en artiesten. ‘Iedereen in de band is druk bezig met huizen kopen. Laat mij maar lekker hier zitten. Een paar kamers verderop staat mijn drumstel. Ik kan oefenen wanneer ik wil. Geen mens die er last van heeft. Moet je in een rijtjeshuis eens proberen.’
Hij kijkt terug op honderdtwintig bands waar hij in drumde. Honderdtwintig, ja. Te beginnen, hij weet het nog als de dag van gisteren, in The Rebbies, met Axel. Op de mavo speelde hij al eens in vier bands tegelijk. De één deed symfonische rock, de andere nummers van The Beatles, de derde popmuziek en wat hij met die andere speelde, dat is hem inmiddels ontschoten. Erg kieskeurig was hij in elk geval niet. ‘Als ik maar lekker kon spelen.’ Sommige van die bands kwamen nooit verder dan het repetitiehok, andere schopte het wel degelijk tot het podia. De planken van het kraakpand (‘elke avond knokken’) in het geval van de NATO-partners. Tot een heus album kwam het met die arbeideristische punk-ska-oi-band niet, tot een bandje wel. De tape (‘Hand made in Holland’), verschijnt in 1986 op het imaginaire Fatal Heartbeat Records. Het gekopieerde binnenwerk wordt opgesierd door een foto van een brandende auto. Het bandje bevat twaalf nummers, elk met een lengte van tussen de twintig seconden en tweeënhalve minuut en gezongen in Engels met een Limburgs accent. Het bandje eindigt met een bijna twee minuten durende ‘dance-mix’ van ‘Heerlen’, met het refrein ‘Oh Heerlen, jij corrupte stad’. ‘Support your local hardcore group,’ beveelt het bandje geheel in punkstijl. Niet dat Robin nu echt een oprechte punker was. ‘Maar de NATO-partners hadden in elk geval optredens. En daar heb ik leren rammen op een drumstel.’
In Red Blood speelde hij Steve Winwood-achtige rock, en in Bahía Linda speelde hij, met onder meer Eric van Oppen, salsa-muziek. ‘Ik stapte niet zomaar uit een band. Maar omdat het met veel bands niet eens tot een optreden kwam, kon ik er veel combineren.’
Dit alles begon op zijn tiende met het drumstelletje van zijn oom, waar Robin op oefende. Hij drumde mee met platen van Blondie en The Police. Het bleef zijn passie, waardoor het conservatorium een logische stap leek. Maar dat ging niet zomaar. ‘Ik had een mavo-diploma met een pretpakket. Aardrijkskunde, geschiedenis, dat soort vakken. Om op het conservatorium te komen, was dat niet voldoende. Toen heb ik het mdgo gedaan. Vervolgens kreeg ik voor het conservatorium een test. Ik had nog steeds bepaald geen havo-niveau, maar wel vet aanleg.’ Hij werd aangenomen op het conservatorium, waar hij begon te spelen in ‘allerlei jazzcombo`s en dat soort werk’ en waar hij zijn oude klasgenoot Axel Lindelauf wederom tegen het lijf liep. De opleiding bleek een tegenvaller, omdat hij vooral lichte muziek kreeg. ‘Jazz dus. Niet echt mijn pakkie-an.’
Bovendien was studeren nog steeds niet aan hem besteed. ‘Studeren, dat betekende voor mij: een cd kopen en mee drummen. Ik was een meester in kopiëren.’
Inmiddels heeft hij al een paar jaar de status die hij met het conservatorium wilde bereiken: fulltime muzikant. Minder eerbiedig: broodmuzikant. Hij heeft ook de pragmatische instelling die menig broodmuzikant kenmerkt: zijn zegeningen tellen. Dat had hij vroeger al, toen vrienden, andere muzikanten en zijn moeder hem waarschuwden zich niet tot Volumia! te beperken en zijn horizon te verbreden. Bij alleen Volumia! zou hij zich niet optimaal kunnen ontwikkelen. Hij hield hun de keerzijde voor: er zijn maar weinig bands met zo`n volle agenda. ‘En daar ging het me altijd om: spelen!’ Hetzelfde geld voor de muziek van Volumia! Robin heeft er nooit omheen gedraaid bijster enthousiast te zijn over het eerste album. Maar hij maakt er gewoon het beste van. ‘Ik vind een groot deel van die plaat maar slappe hap. Maar aan de andere kant, zo`n Afscheid mag dan een ballad zijn, live kan ik behoorlijk hakken tijdens dit nummer. Als ben ik blij dat het nieuwe album een stuk vetter is. Daar kick ik op.’
Toch miste hij twee jaar geleden iets: ‘Op woensdagavond in een kroeg nummers van John Hiatt en de Stones spelen.’ Het resultaat van die heimwee heet Zalm Rose. Een band die Engelstalige rockcovers speelt en waarin Robin zijn ei naast Volumia! kwijt kon. Kon ja, want platenmaatschappij BMG stuurde hem een brief waarin Robin eraan werd herinnerd dat hij met Volumia! een platencontract heeft getekend. Lees: dat hij gesommeerd werd zijn andere band te laten varen. ‘Ik vond dat een erg onsympathieke zet,’ zegt Robin. ‘Simpel gezegd: ik vond het gewoon kut.’
‘Uiteindelijk zou het onvermijdelijk zijn geweest,’ zegt Erik Sleypen van Zalm Rose. ‘We kwamen in de finale van de Heineken Music Awards in Paradiso. Die hebben we gewonnen, waardoor we op Paradiso Records een single hebben uitgebracht. Robin wilde ook graag verder gaan met ons, maar wij kregen het steeds drukker en het zou al snel niet meer te combineren zijn geweest.’ Na Robins vertrek is Zalm Rose de covers met steeds meer eigen werk gaan combineren. ‘Voor Robin was het gewoon een hobby naast Volumia! Wat trouwens allerminst wil zeggen dat hij het niet serieus nam. Integendeel, hij ging er helemaal voor. Hij is een enorm gedreven muzikant, die precies weet wat hij wil.’
Recht-door-zee, eerlijk, dat is Robin. Wat dat betreft lijkt hij op zijn voorbeeld Herman Brood. Over wie hij zegt: ‘Brood is goudeerlijk, windt geen doekjes om zijn levensstijl. Dat siert hem als mens en als kunstenaar.’ In maart 1999 geeft Robin een interview aan De Uitkijk, een lokaal weekblad voor de Oostelijke Mijnstreek. Onder de provocerende kop ‘Ik kan er heel goed van vreten’ vertelt hij ronduit dat hij het eerste album niet echt goed vindt, dat Volumia! een band is ‘die eigenlijk te lui is voor het spelen van eigen werk’ en dat hij ‘stiekem nog wel eens meespeelt’ met Zalm Rose. Robin houdt niet van opsmuk. Zijn geld steken in dure auto`s, het zal niet bij hem opkomen. ‘Die oude bak van mij haalt 140. Dat is al twintig kilometer te hard. Wat moet ik dan met een auto die nog sneller kan? Dat zegt me helemaal niks. Ik heb liever dat hier iemand met een goede cd lang komt, dat zegt me veel meer.’
Van aandacht houdt hij wel, maar alleen op zijn tijd. ‘Soms vind ik het wel leuk om in gezelschap The Man te zijn. Maar als ik hier in Heerlen een snackbar inloop, wil ik gewoon een frietje bestellen zonder gefluister achter mijn rug.’ Xander: ‘Robin zit het liefst veilig verscholen achter zijn drumstel. Jaren geleden hebben we het tijdens een optreden voor de grap tijdens een optreden opgetild en in de zaal gezet. Zat hij daar in zijn eentje op zijn kruk op het podium, zichtbaar voor iedereen. Toen baalde hij echt.’
Op één vorm van aandacht is Robin heel trots: een interview met de Slagwerkkrant. In juli 1999 staat Robin op de cover van zijn eigen lijfblad. Hij wordt geïnterviewd samen met de drummers van Skik, Bløf en De Kast. Robin vertelt in het interview dat hij meer op zijn spel is gaan letten sinds Volumia! de overstap naar Nederpop heeft gemaakt. ‘Je kunt het je absoluut niet meer permitteren om niet strak te spelen,’ zegt hij. ‘Toen ik vroeger in een discotheek speelde was dat wel anders. Pintje erbij en gewoon gaan,’
Robin stelt zich in de Slagwerkkrant, net als zijn collega-drummers overigens, bescheiden en dienstbaar op. ‘Functionaliteit, functionaliteit en nog eens functionaliteit. Soms draai ik in de studio een maatje om of speel ik een verschrikkelijk moeilijke break. Om ze toch even te laten horen dat ik dat ook kan.’ Oefenen doet hij niet meer, zegt hij in het interview. ‘Ik luister alleen maar naar platen.’
Robin noemt Gus Gencer, de drummer van Herman Brood Wild Romance, als invloed. Maar ook Steward Copeland (The Police) en Neil Peart, de virtuoos van het Canadese symforocktrio Rush.
Herman Brood. De naam is gevallen. Niet voor niets heeft Robin ‘een Brood’ op zijn drumstel: het is zijn grote voorbeeld. De Nederlandse definitie van rock `n roll. En niet alleen op muzikaal gebied, vindt Robin: ‘Als Herman Brood en zijn bandleden binnen komen, weet je meteen dat het een band is. Want zo zien ze er ook uit en dat moet ook. Ik vind dat je aan een muzikant moet zien dat het een muzikant is.’
Vandaar Robins onafscheidelijke boots. Vandaar de zonnebril, de jeans, het strakke, mouwloze shirt en het leren jasje. Zodat het oogst als het stoerste bandlid van Volumia!, al is volgens de andere niets minder waar. Eric: ‘Als je Robin een klap op zijn kop geeft, slaat hij niet terug.’ Axel: ‘Echt waar! Dat heeft Xander zelfs uitgetest. Het is een ongelooflijk lieve jongen. Een goedzak van top tot teen.’
Voor zijn mede-bandleden komt Robin zelf ook aardig in de buurt van de definitie van rock `n roll. En ook met de twee andere onderdelen van de drie-eenheid seks, drugs en rock `n roll weet hij volgens de leden van Volumia! wel raad. Birgit: ‘Robin kan geen maat houden. En dat geldt op elk gebied.’ Zijn alcoholgebruik is legendarisch, dat het vaker –misbruik wordt genoemd. Ook legendarisch: Robins levensritme. Birgit: ‘Ik betwijfel bijvoorbeeld echt of hij ooit in zijn leven voor vier uur `s nachts in bed heeft gelegen.’ Zijn opgewektheid. Axel: ‘Robin is één en al levensvreugde. Hij heeft met mij gemeen dat hij vindt dat hij op de wereld is om mensen te amuseren en blij te maken. Als je slechte zin hebt, moet je Robin bellen, is het binnen vijf minuten over.’
‘Robin vindt vrouwen “een leuk gegeven op aarde”,’ zegt Axel eufemistisch. Dat het ooit misging en hij daarom vader is van een dochtertje bij een van zijn ex-vriendinnetjes, is iets waar Robin niet graag mee te koop loopt. Over zijn tamelijk losse opvattingen over relaties doet hij echter niet al te moeilijk. ‘Ik ben een vrije jongen, ik ben niet zo trouw. Verder heb ik mijn prioriteiten ook altijd duidelijk gesteld. Als ik in het buitenland kan touren, doe ik dat. Ook als dat me mijn relatie kost. Daar hoef ik niet eens over na te denken.’
Want dat is Robins toekomstdroom: touren in het buitenland. Spelen, spelen en nog eens spelen. Wat mensen drumles geven. ‘En daarnaast een beetje klooien in een muziekcollectiefje of zoiets.’ Axel: ‘het liefst zou Robin acht dagen per week optreden.’ Robin koestert zijn muzikale activiteiten. Het verklaart zijn voorzichtigheid en hang naar zekerheid. Robin was degene die het niet zag zitten om van het studentenfeestencircuit naar de discotheken te gaan. En hij was degene die het niet zag zitten om vervolgens met eigen werk te komen. Waarom veranderen als het goed gaat? ‘Met die covers hadden we nog jaren kunnen doorgaan. Ik heb in zo ontzettend veel coverbands gespeeld. Had ik er eindelijk eens eentje die goed liep, gingen we weer van koers veranderen.’
Maar als de verandering toch wordt doorgezet is Robin binnen de kortste keren enthousiast. ‘Ik kan tamelijk snel van niets iets maken.’ Harold: ‘Je zult Robin bijna nooit horen klagen. Maar daar heeft hij ook geen reden toe: hij is wat hij wil zijn. Muzikant.’ Birgit: ‘Dat is hij, een echte muzikant. Zo echt, het is op het stereotype af. Hij zal nooit iets anders doen dan muziek maken. Robin zal in het harnas sterven.’
Robin:
Nox-band met manager- sociëteiten- roesjes blousen- botterack- Spijkers aan het dak- veel bier- Inkom Maastricht- Minerva/Quintus- vendex Mercedes bus- café De Klinker- Pearl custom Z- Ron Walschot- gala’s- dansen bij Janssen- camel filter- te mooi mooi mooi- pratende dj’s hoeken- meer licht- mobiele drumstellen- veel zweet- Viking- bierfeest Apollo in Deurne- 5 consumptiebonnen- feesttenten- BMG- Arnold Muhren- kasteelbier- papi dada- popigedoe- blond- koffietijd- meisjes- stokkenboer- smsjes- Rudi der walrus- filles- Van der Valk- Zalm in het aquarium- 3k eraf- cannabisatievahollandica- weg met de klarinetten en leve de fanfare- belt pack/ six pack- boots- sabotage- theatertje in theatertje uit- Manuela Kemp- Ahoy.. |